Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Om te zeggen [53]tot de gebondenen: Gaat uit; tot hen, [54]die in duisternis zijn: [55]Komt te voorschijn; [56]zij zullen [57]op de wegen weiden, en op alle hoge plaatsen zal hun weide wezen. 53. Dat is, de gevangenen, als boven hfdst.42 vs.7. 54. Dat is, die in onwetendheid en in geestelijke treurigheid leven. 55. Of, komt hervoor, openbaart u. Hebreeuws eigenlijk, wordt ontdekt, of geopenbaard. 56. Te weten, die van u krachtiglijk zullen beroepen zijn. 57. Dat is, aan alle hoeken en kanten. De zin is: Nadat zij uit de geestelijke gevangenschap der zonden en des duivels verlost zijn, zullen zij rijkelijk aan de ziel en aan het lichaam gezegend worden, en zij zullen deze zegeningen overal genieten.
, [2004], David Kummerow, Re-examining the Referent(s) of Isaiah 49:1-13; This article argues that the links between, and terminology of, Isaiah 49:1-6 and 7-9b closely associate different referents: the Servant in the former and Israel in the latter. This close association of the two referents, which has led to the common understanding that only one referent, the Servant, is here on view, instead functions to reveal that restored Israel becomes involved in the Servant's mission. God's goal of bringing blessing to the world is both through the work of the Servant and restored Israel.